Breuk – Andrés Neuman

Spectrum 2021. Oorspronkelijke titel: Fractura (2017-2021) – duovertaling met Pieter Lamberts

NIEUWS (24 januari 2022): vandaag kwam het goede nieuws dat we voor deze vertaling een projectsubsidie van het Nederlands Letterenfonds ontvangen. Dat staat jammer genoeg niet in de eerste druk van het boek. Daarom schrijf ik het hier en hoop ik op een spoedige tweede druk mét zo’n vermelding.


Fractura, Andrés Neuman
Wereldbibliotheek, 2013

Breuk van Andrés Neuman is een roman met vijf vertelstemmen: een alwetende onbekende die in de tegenwoordige tijd de wederwaardigheden van Yoshie Watanabe beschrijft in korte zinnen met een poëtische stijl vol suggestieve, soms raadselachtige metaforen, en daarnaast vier oudere vrouwen die in de verleden tijd voor zich uit praten (niet tegen een journalist, zoals in sommige recensies wordt beweerd) over hun persoonlijke ontmoeting, relatie en breuk met Watanabe en zo hun licht werpen op een episode in zijn leven. Om de onvermijdelijke verschillen tussen onze vertaal- en schrijfstijlen zo aan te wenden dat ze de vertaling ten goede zouden komen (Neuman drukte ons en anderstalige vertalers op het hart de verschillende spreektonen van de dames vooral niet glad te strijken), besloten we het werk voorlopig zo te verdelen: Pieter de hoofdstukken van de externe verteller, ik die van de vier vrouwen.

Over het vertalen van die hoofdstukken volgen hier een paar opmerkingen.

Wat meteen opvalt, is dat de vrouwen veel spreektaliger klinken dan de anonieme verteller, al zijn er ook overeenkomsten. Een daarvan is de brokkelige structuur van de vele korte zinnen. In het Spaans is het zo dat persoonlijke voornaamwoorden zoals ‘yo’ (ik) gewoonlijk worden weggelaten als ze geen nadruk hebben. Met al die opeenvolgende zinnetjes in deze roman die met een onbeklemtoonde persoonsvorm beginnen, staat er dus niet ‘Yo…’, ‘Yo…’, ‘Yo…’, maar bijvoorbeeld ‘Sabía…’, ‘Quedaba…’, ‘Metía…’. In de vertaling zou er zonder extra ingrepen een reeks zinnen komen te staan die allemaal met ‘Ik’ beginnen, wat indruist tegen de bijna obsessieve variatiedrang van Neuman. We hadden dit kunnen oplossen door zinnen te schrijven zonder persoonlijk voornaamwoord (‘Hij deed de deur open. Kwam de kamer binnen. Ging zitten.’), zoals Gerda Blees dat wel toepast in Wij zijn licht, maar in het Nederlands is dat een nadrukkelijk stijlmiddel en in het Spaans niet. Daarom hebben we uiteindelijk gekozen voor de komma, inversie en andere minder opvallende kunstgrepen.

Ik vond de stijlverschillen tussen de vier vrouwen eigenlijk maar klein (sommige Spaanstalige recensenten vonden dat ook). Ze hebben allemaal ongeveer hetzelfde ritme van afwisselend zeer korte en iets langere zinnen vol twijfel, retorische vragen, relativeringen en uitingen van vergelijkbare emoties. Ook de opbouw en lengte van de alinea’s zijn nagenoeg gelijk, net als de thema’s die ze aankaarten (hun jeugd, Yoshie, seks, politiek, nucleaire dingen, ouderdom). De Française Violette is iets keuriger en ‘grammaticaler’ dan de Amerikaanse rooie rakker Lorrie. Dat komt in het Nederlands tot uiting in subtiele verschillen zoals ‘nu’ in plaats van ‘nou’ of het correcte gebruik van ‘hun’ en ‘hen’ tegenover het generieke ‘ze’. Twee van de vier vrouwen doorspekken hun Spaans met spreektaal uit Argentinië, respectievelijk Madrid. Om begrijpelijke redenen is dat in de Nederlandse vertaling geen Twents of Mokums geworden, maar heb ik alleen de schuifregelaar voor spreektaligheid iets verder opengezet dan bij de andere vrouwen.  ‘Sí, las pelotas’ uit de mond van de zeventigjarige Carmen uit Madrid wordt zodoende ‘ammehoela’. De Argentijnse Mariela zegt ‘je kan’ in plaats van ‘je kunt’ en begint in een dialoog met Yoshie haar zinnen, die in het Spaans meteen herkenbaar zijn aan de Argentijnse werkwoordsvormen, met ‘Man,…’ omdat dit zowel spreektalig is als de identificatie van de personages in de (niet-ingesprongen) dialoog vergemakkelijkt, een functioneel criterium.

Soms lag de moeilijkheid van het vertalen in het begrip van de tekst. De monologen van de vrouwen staan bol van de grote en kleine gedachtesprongen die alleen te bevatten zijn als je behoorlijk actief tussen de regels leest om vervolgens in de vertaling bijna alles wat je erbij bedacht hebt weer terzijde te schuiven omdat de vertaling anders te uitleggerig zou worden. Neumans vrouwelijke vertellers leggen ook wel eens te veel uit (naar mijn smaak), maar meestal suggereren ze toch vooral. In die gevallen bood een welgekozen toevoeging van ’toen’ of ‘ook’ of een andere minimale ingreep soelaas. Het ging er steeds om een evenwicht te vinden: Neumans suggestieve stijl, met al zijn metaforen en klankeffecten, reproduceren zonder de tekst cryptischer te maken dan die in het Spaans hier en daar is.

Iets anders was dat de personages elkaar wel eens tegenspreken. Ze zijn niet helemaal betrouwbaar of hun geheugen is niet onfeilbaar. Violette hemelt Yoshie bijvoorbeeld op omdat hij zo snel Frans leert ondanks het feit dat hij in Japan nooit les heeft gehad in die taal, terwijl de externe verteller zegt dat hij een jaar Frans heeft gevolgd. In zo’n geval is het fijn dat je de schrijver kunt vragen of hij dat zo heeft bedoeld.

Dit zijn maar enkele aspecten van het werk aan deze romanvertaling.

Recensies
Roderik Six in Knack Focus nr. 32 van 11 augustus 2021 (kosteloos te lezen na registratie)
Bestel het boek bij een onafhankelijke boekhandel (Scheltema)


Tags: